Eigen bijdrage WMO 2019/2020

Op 1 januari 2019 en/of op 1 januari 2020 verandert de eigen bijdrage die u betaalt voor Wmo-voorzieningen.

De stapeling van zorgkosten is voor veel mensen die langdurige zorg nodig hebben een groot probleem. Met name voor mensen met een middeninkomen, die vaak niet in aanmerking komen voor financiële tegemoetkomingen, heeft de stapeling van eigen bijdragen vaak ingrijpende gevolgen op hun financiële situatie. De som van eigen bijdragen kan immers fors oplopen.

Betaalbare zorg

Om zorg betaalbaar te houden voor iedereen en om een einde te maken aan stapeling van eigen betalingen is in het regeerakkoord een aantal maatregelen opgenomen. Eén daarvan is de invoering van een abonnementstarief van € 17,50 per vier weken per huishouden (= € 19 per maand in 2020) voor het gebruik van Wmo-voorzieningen. 

Wat verandert er?

Huidige regeling:

In 2018 betaalt u een inkomensafhankelijke bijdrage voor de voorzieningen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Soms is dat één eigen bijdrage, soms moet u meerdere bijdragen betalen. Als u gebruik maakt van meerdere Wmo-voorzieningen, dan kan het bedrag dat u aan eigen bijdragen kwijt bent fors oplopen.

Wie meer inkomen heeft, betaalt meer. Bovendien zijn de eigen bijdragen die u moet betalen niet fiscaal aftrekbaar en komen deze daarmee volledig voor uw eigen rekening. 


Onder de huidige regeling is de eigen bijdrage afhankelijk van:

  • uw leeftijd;
  • het aantal voorzieningen waarvan u gebruik maakt;
  • het inkomen en/of  het inkomen van u en uw partner.

Vooral de stapeling van voorzieningen kan de zorg voor u erg duur maken. De eigen bijdragen die u moet betalen zijn bovendien niet fiscaal aftrekbaar, dus volledig voor eigen rekening.

Nieuwe situatie;het abonnementstarief:

Het abonnementstarief wordt gefaseerd ingevoerd. Voor een deel van de voorgenomen wijzigingen is een aanpassing van de wet nodig en dat kost tijd. Dit deel van de wetgeving wordt daarom pas later namelijk op 1 januari 2020 van kracht.

Per 1 januari 2019 wordt het voor gemeenten mogelijk om een vast tarief  van maximaal  € 17,50 per 4 weken voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s te hanteren. Een aantal gemeenten hanteert overigens al een dergelijk tarief.

Vanaf 1 januari 2020 worden zowel de maatwerkvoorzieningen, pgb’s en een deel van de algemene voorzieningen onder het abonnementstarief gebracht. Gemeenten dienen bij verordening aan te geven welke algemene voorzieningen onder het abonnementstarief vallen. 

Het voorstel regelt dat “in ieder geval de algemene voorzieningen ter compensatie van beperkingen, waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan tussen cliënten en betrokken hulpverleners, onder het abonnementstarief vallen”.  

In de Memorie van Toelichting, de toelichting op de nieuwe wet, worden huishoudelijke hulp en begeleiding als voorbeeld gegeven van voorzieningen die, ook als zij door gemeente als algemene voorziening worden bestempeld, onder dit abonnement komen te vallen.

Welke gevolgen heeft de invoering van het abonnementstarief voor u?

De invoering van het abonnementstarief pakt naar verwachting in de praktijk vooral positief uit voor mensen met een hoger of middeninkomen die langdurige zorg nodig hebben. Voor lage inkomens is het abonnementstarief lang niet altijd voordelig. De meeste gemeenten voeren beleid waardoor mensen met een laag inkomen op dit moment geen of een lage eigen bijdrage betalen. Ook onder de nieuwe regelgeving mogen gemeenten bijvoorbeeld de lage inkomens uitzonderen.  Gemeenten kunnen het tarief naar beneden aanpassen. Zij zijn dit echter niet verplicht. 

Omdat het wetsvoorstel gemeenten binnen grenzen de ruimte geeft om zelf aan te vullen welke extra voorzieningen er onder het abonnementstarief  te plaatsen kan de inhoud van het abonnement per gemeente verschillen.